Vrijdag 19 mei. Ik mis China. Bijna een week thuis. Het hollandse leven wordt weer opgepakt. Elke dag gewerkt. Ik kook wat Ayi kookt, maar de smaak die het bamboevuurtje onder de wok geeft aan het eten ontbreekt. We eten uit kommetjes met stokjes, daar zijn we best handig in. Bij het opstaan brandt Loes wierook. Fien gaat op haar chinese odidos(!) met glimmende rose strepen naar school. Arno en ik kijken wat vliegtickets kosten naar Nanchang. We hebben veel vragen. We willen met onze chinese familie om tafel zitten, elkaar in de ogen kunnen kijken en alle vragen die er zijn kunnen bepraten met hulp van een tolk. Snel een weekendje China zou mooi zijn maar dat is niet realistisch. Het is best lastig, er zijn nog te veel vragen om die lieve mensen helemaal te kunnen omarmen. Wechat is niet nauwkeurig in vertalen waardoor we bang zijn dat vragen verkeerd begrepen zullen worden. Arno en ik herkauwen de ontmoeting, waarom kregen we op dag één het verhaal dat Fien in een doos voor garage gevonden werd en op dag twee dat de zus van de vrouw van de vinder de moeder van Fien is. We kunnen zelf meerdere antwoorden bedenken, maar welke de ware lezing is.... Dit is dan een van de vele vragen die we hebben. Ik wil eigenlijk nu meteen op alle vragen een antwoord. Langzaamaan zeg ik tegen mezelf. We weten niet zo goed hoe we moeten handelen. We beginnen met een eenvoudige vraag. We hebben via Wechat Ding en Lu gevraagd de stamboom goed op te schrijven want de stamboom die gemaakt is tijdens het diner met hun en Audrey lijkt niet te kloppen. Er worden 4 kinderen met naam genoemd in de stamboom, Jun, Jian, Pang en Qun. In China is ons verteld dat er 4 kinderen zijn, 2 nog bij de ouders en 2 weggegeven, waaronder Fien. Is Fien dan Pang? Zijn er meer dan 4 kinderen? We wachten op antwoord.