Zaterdag 27 mei. Sinds de dag dat Fien en Loes bij ons zijn, branden we met regelmaat wierook voor de ouders in China. Zeker op de geboorte dagen van Fien en Loes. Ik vraag me dan af hoe het met hun gaat, of ze aan hun kindjes denken die ze op de wereld zetten en af moesten staan? Hoe groot is hun verdriet?
Ik weet nog goed, een aantal weken voordat we Loes gingen halen in China, dat Fien in de vensterbank van het badkamer raam zat en aan mij vroeg, kom ik uit jou buik? Nee was mijn antwoord. Uit papa's buik? Nee was mijn antwoord. Vanaf dat moment is voor hun langzaam het besef gegroeid waar ze dan wel vandaan komen.
In je hoofd maak je daar plaatjes van. Die willen naar gelang de fantasie nog wel eens veranderen. De vier weken China hebben ons alle vier de echte beelden laten zien van de wereld waar zij vandaan komen, dat is fijn. We hebben zelfs een foto van de biologisch ouders van Fien.
Fien wilde niet zoeken, maar er is geen weg terug. De moeder van Fien heeft nu een naam, Ju Ping, we weten hoe ze eruitziet, maar dat is het dan ook. Meer weten we niet. Ik snap heel goed dat Fien niet weet wat ze hiermee aan moet. Er is niets beleefd of gedeeld samen. Er is een foto van Fien met vader, moeder en broertje gemaakt terwijl Fien niet wist dat ze in dat gezin geboren is. Dat was een kort, en het enige moment met haar moeder.
Als ik er aan terugdenk vind ik het klote, we ontmoetten elkaar zonder te weten dat zij Fiens moeder is.
We zijn nu twee weken thuis en het is voor mij bijna onverdraaglijk dat we elkaar niet in de ogen hebben kunnen kijken met de wetenschap dat we beide moeder van Fien zijn.
Ik steek wierook op. Een voor Fien, een voor Ju Ping en een voor mezelf. En, niet vergeten, een voor de twee dagen moeder.